Ok, iets overdreven. Maar dit is wel wat Internet Of Things nu eigenlijk is. Dingen van het Internet.
Een database server voor de opslag van gegevens. De Rasberry Pico’s meten temperaturen en verzenden deze gegevens naar de PC Python. Deze ordent de ontvangen gegevens, maakt contact met de database server en plaatst deze in de database. That’s it. I.O.T. ten voeten uit.
Recent eens flink aan het stoeien geweest met MSSQL Express. Dit is een database server welke allerlei gegevens in tabel vorm kan opslaan en deze gegevens doorzoekbaar maakt in elke vorm je maar wil. Stel: je maakt een tabel met drie gegevensbronnen van bijvoorbeeld Rasberry 1, Raspberry 2 en Raspberry 3. Vervolgens meet je de temperatuur elke minuut en slaat het tijdstip op en de temperatuur in graden Celsius en dat een week lang achter elkaar. Dan heb je eigenlijk al een ‘bak’ aan gegevens: de database. Je kunt nu zoeken op tijdstip hoe warm het toen was, temperatuursverloop, op welke tijdstippen het exact 20 graden was en meer met zogenaamde query’s. Dat bewerken en doorzoeken doe je in dit geval het makkelijkst met het SSMS.
Gelukkig hoef je de database niet met de hand te vullen met deze gegevens. Daar hebben we onder andere Python voor. Het idee was om de Rasberry’s rechtstreeks contact te laten maken met de MSSQL server en dat zij zelf hun verzamelde data zouden toevoegen. Helaas bleek dat niet te gaan. Micro-Python, de programmeertaal welke op zo’n Raspberry Pico ‘draait’, is daar niet krachtig genoeg voor. Wel kan het zijn gegevens verzamelen en dit doorsturen naar bijvoorbeeld een PC welke wel contact kan leggen met de database. Deze PC verzameld de toegezonden data, zet het in de juiste volgorde en maakt bij nieuwe gegevens even contact en plaats dan de data op de juiste plek in de database.